De Landelijke India Werkgroep verzint kinderarbeid

LIWOp 19 mei 2016 verklaart Terre des Hommes op Radio1 dat er 20.000 kinderen in micamijnen werken. Westerse bedrijven waaronder HEMA, Ahold, AkzoNobel en Philips worden in het rapport ‘Beauty and a beast, Child labour in mica mining in India for sparkling cars and cosmetics´ van maart 2016, genoemd als afnemer van mica. In een mail vraag ik Terre des Hommes naar de waarheidsvinding over het aantal van 20.000 kinderen. Het blijkt achteraf om een schatting te gaan. Vervolgens wijs ik Terre des Hommes op de wetenschappelijke wetten van betrouwbaarheid bij schattingen waarna de contactpersoon een onwaarschijnlijke zin schrijft: ‘Momenteel heb ik niet direct paraat hoe destijds schattingen zijn gedaan’. Op 23 augustus 2017 publiceert de Landelijke India Werkgroep (LIW) het rapport The Dark Site of Granite, over kinderarbeid in steenmijnen. Hoe zuiver is dit rapport?

Persbericht 

 we moeten goed voor ogen houden dat kwantitatieve aannemelijkheid niets zegt over de waarschijnlijkheid van een hypothese

Wat schrijft LIW? De Nederlandse, Europese, Indiase en internationale media besteedden veel aandacht aan het rapport waaronder twee artikelen (waaronder de voorpagina) in Trouw, twee artikelen in de Times of India, een artikel in de Süddeutsche Zeitung, twee artikelen in de Belgische krant De Standaard en een artikel in The Guardian. Naar aanleiding van het rapport werden door parlementariërs in het Nederlandse en het Europese parlement vragen gesteld. In Nederland stelden de ChristenUnie, PvdA en Groen Links en los daarvan 50 PLUS een serie vragen. In het Europees parlement stelden de SP en Groen Links ieder apart vragen aan de Europese Commissie. Een kern in alle vragen is welke maatregelen de Nederlandse regering en de EU gaan nemen om te zorgen dat bedrijven werk gaan maken van het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van de steengroeve-arbeiders.

Onderzoekers van LIW hebben 22 steengroeven in de Indiase deelstaten Andra Pradesh, Karnataka en Telangana onderzocht. Ze hebben 172 werknemers ondervraagd. Bij zeven groeven was sprake van kinderarbeid en bij negentien groeven een vorm van schuldslavernij. Kinderen onder de 14 jaar maken 3% uit van de arbeiders die reststeen verwerken en 5% is tussen 15 en 18 jaar.

Dwalingen 

Er zijn meerdere vormen van dwalingen binnen ontwikkelingssamenwerking. Ik noem er tien.

  1. Change blindness: Verslagen zijn veelal kwalitatief. Onderzoekers nemen beweringen van hulporganisaties als voor ‘waar’ aan, zonder deze te toetsen. Ze zijn blind voor andere onderzoekstechnieken waardoor verkeerde inzichten uitvergroot worden.
  2. Confirmation bias: Onderzoekers en journalisten weten vooraf al wat ze willen onderzoeken zodat een andere hypothese een onevenredige aandacht krijgt. Westerse actanten schrijven niet over iets dat niet waar is. Indien LIW geen kinderarbeid treft, dan wordt daar niet over geschreven.
  3. Immunisering: passend bewijsmateriaal wordt makkelijker gevonden dan ontkennende bewijslast. Er is een blokkade voor een negatieve uitkomst.
  4. Cognitieve dissonantie: de overtuiging dat iets waar is voordat je aan waarheidsvinding hebt gedaan. De praalwagen van het eigen gelijk tiert welig bij westerse hulporganisaties. Om de gemoedrust te herstellen wordt tegenstrijdige informatie met een beredeneerd geweten naast ons neergelegd. Cognitieve dissonantie is niet alleen een drijvende kracht achter denkbeelden, maar leidt er ook toe dat mensen zich afsluiten voor weerleggingspogingen.
  5. Collaborative storytelling: Ontwikkelingssamenwerking zit vol met terugwingoedpraterij waarbij onwaarheden worden gebagatelliseerd.
  6. Bronamnesie: onderzoekers en journalisten nemen ‘iets’ voor waar aan als dit ‘iets’ door iemand anders is gezien, zonder het zelf te zien.
  7. Inductief redeneren: ‘inductief’ betekent dat je met waarnemingen uit het verleden generaliseert naar de toekomst. Een van de meest gemaakte fouten is dat mensen die werken binnen ontwikkelingssamenwerking weliswaar meerdere hypotheses naast elkaar leggen, maar dat ze de minst waarschijnlijke wegstrepen en de meest waarschijnlijke aannemen.
  8. Likelihood: Waarheidsvinding vindt plaats op basis van kwantiteit: indien maar genoeg ambtenaren en media de output waarmerken, dan zal (of moet) de output wel waar zijn. Echter, we moeten goed voor ogen houden dat kwantitatieve aannemelijkheid niets zegt over de waarschijnlijkheid van een hypothese (lees: output/statistiek).
  9. Accusatoire waarheidsvinding: Waarheidsvinding wordt vertroebeld door het ideaal. De goede bedoeling en de slachtoffers staan zo centraal dat de algehele waarheid niet zo nauw komt. Deze vorm van ruis is flink besprenkeld door de goedgelovigheid van westerse onderzoekers. Wat je krijgt is dat zij te makkelijk bevestigen wat men wil bevestigen. Westerse hulporganisaties bepalen de bewijsvoering. Dit bergt het gevaar in zich dat er een selectief en gekleurd beeld voorgeschoteld wordt. Wat not done is binnen het ontwikkelingsdenken is ‘inquisitoire waarheidsvinding’, waarbij een overheid gaat onderzoeken wat wel of niet waar is.
  10. Bewijsminimum: Hoeveel getuigen heb je nodig om de waarschijnlijkheid van een ongelijk kleiner te doen lijken dan de waarschijnlijkheid van een gelijk? Een betrouwbare getuige dient volledig onafhankelijk te zijn. Dat is meteen al een probleem. In de juridische wereld kan een getuige geloofwaardig zijn omdat deze aselect aanwezig is. Bij ontwikkelingssamenwerking is bij een getuigenverslag sprake van een geplande situatie, of dat nou een audit-, journalistiek of relatiebezoek is. Dit verschil dient al gecompenseerd te worden. Mr. M.J. Dubelaar zet vraagtekens bij het significante nut van misdrijfgetuigen: ‘Amerikaans onderzoek naar afgesloten 108 strafzaken met behulp van moderne DNA-technieken (het Innocence project) 106 laat zien dat in 75% van de geconstateerde gerechtelijke dwalingen foutief ooggetuigenbewijs een rol heeft gespeeld.’ Kortom: wat is dan het bewijsminimum binnen ontwikkelingssamenwerking met geregisseerde bezoekjes?

Meer lezen over dwalingen? Lees ‘Waarheidsvinding en Ontwikkelingssamenwerking’, pagina 97-109.

Het rapport 

Door ‘iets’ te beweren bestaat ‘iets’ niet. Door het keer op keer te citeren, wordt ‘iets’ dat ‘onwaar’ is, niet beetje bij beetje meer ‘waar’.

In het rapport The Dark Sites of Granite wordt alleen op pagina 9 in een vijftal zinnen uitgelegd hoe er wetenschappelijk is onderzocht. De andere 72 pagina’s gaan over uitslag waaronder statistiek. Deze vijf zinnen dienen de basis te zijn voor wetenschappelijk onweerlegbaar bewijs, niet 72 pagina’s aan ‘beweringen’. Ik lees liever 72 pagina’s over hoe deze 22 steekproeven hebben plaatsgevonden dan in vijf zinnen. Dit onderzoek is totaal verkeerd opgesteld en binnen de sociale-wetenschap zijn de uitslagen dan ook eerder ‘onwaar’ dan ‘waar’. Aangekondigd bezoek wordt door hulporganisaties in het zuiden vaak voorbereid met het in scène zetten van kinderarbeid zodat de westerse onderzoeker ziet wat hij wil zien. Kinderen worden getraind in het acteren van kinderarbeid en op deze manier wordt er eerder een theatervoorstelling gepresenteerd. Een goed onderzoek moet beschrijven hoe je dit, en alle andere genoemde dwalingen, neutraliseert. The Dark Sites of Granite is derhalve meer een scriptie dan een onderzoek.

Voorts levert LIW geen bewijzen voor zijn uitspraken. Een bewijs is niet ‘ik heb iets gezien’ want je moet aantonen wat je hebt gezien. Dat kan met foto’s. Je hebt geregisseerde en geregistreerde foto’s. De foto die LIW in de media laat verschijnen zijn waarschijnlijk geregisseerd, mede omdat kinderen in de camera kijken of ‘klaarstaan’. Er moet voorts een logboek zijn met namen van wie wat onderzocht heeft en wat heeft aangetroffen met plaats, naam, tijd, foto’s van de mijnen. De namen van de werkende kinderen, met adres en andere persoonsgegevens moeten worden geadministreerd. Ik kan als journalist het bestaan van deze kinderen verifiëren en vervolgens middels niet-suggestieve vragen hun verhaal blootleggen. Maar dergelijke bewijslast wordt niet geleverd. Door ‘iets’ te beweren bestaat ‘iets’ niet. Door het keer op keer te citeren, wordt ‘iets’ dat wetenschappelijk gezien ‘onwaar’ is, niet beetje bij beetje meer ‘waar’. Niet het tegendeel van een bewering moet worden bewezen, een bewering moet worden bewezen. Als in een woestijn een steen ligt die door niemand wordt gespot, dan bestaat de steen wel degelijk, maar niemand weet dat deze bestaat. Indien één persoon of een groep van mensen de steen waarneemt en tegen de massa zegt dat hij de steen heeft gezien, dan zal de steen waarschijnlijk bestaan, maar we weten het niet zeker. Wil je de steen kenbaar maken voor de massa, dan dien je bewijs te leveren. Dit gebeurt niet door LIW. Zolang ‘iets’ wordt beweert zonder bewijsvoering dan is dit ‘iets’ wetenschappelijk gezien onwaar en daarmee kan gesteld worden dat, in de regel van wetenschappelijk onderzoek, LIW kinderarbeid verzint.

Tegengeluid

LIW besmeurt vele Nederlandse en internationale bedrijven. De Italiaanse firma Antolini Luigi is een groothandel is natuursteen. Zij zijn heel duidelijk. Francesco Antolini schrijft in een perscommuniqué het volgende:

Our company has always been particularly sensitive to the problem of the “Child Labor” and that’s why we exclusively cooperate with companies that comply with these rules and respect them, moreover, our on-site inspectors assure that they have never verified the presence of “Child Labor” by our suppliers and their quarries. In addition, we want to inform you that, in order to defend our reputation, we have entrusted our lawyers to proceed against those who have published and spread absolutely false and misleading informations about our company. Moreover, we intend to press charges strongly against this defamatory campaign towards our company.’

Kortom, er is geen kinderarbeid.

Voor de pers

Omdat journalistiek een vrij beroep is (en westerse ngo’s zien zichzelf maar al te graag als hun eigen persbureau), is in 1995 tevens de Code voor de Journalistiek opgesteld. In de alinea Waarheidsvinding staat: ‘De journalist controleert de feiten in zijn berichtgeving en maakt die feiten waar mogelijk controleerbaar.’ Een feit controleerbaar maken zie ik een journalist (en al helemaal een westerse ngo) zelden doen, omdat journalisten niet getraind zijn om een hypothese op wetenschappelijke waarheidsvinding te testen. Een journalist neemt statistiek van een westerse ngo of een ngo in het zuiden te snel over als waarheid. Westerse ontwikkelingsorganisaties en journalisten die de Code voor de Journalistiek niet in acht nemen vormen samen de 11e dwaling die voor veel ruis zorgt ten aanzien van waarheidsvinding.

Knuffelt LIW een onzichtbaar vriendje?

Knuffelt LIW een onzichtbaar vriendje?

Ten slotte

Het lonkt om over kinderarbeid te schrijven. Het trekt veel aandacht. LIW publiceert op 11 september 2017 zelfs een lijst met 85 mediabronnen waarin hun verhaal terecht is gekomen. Deze onverstoorbare mediadrift is wellicht de 12e dwaling. Een publicitaire begeerte verblind een objectief en zuiver motief.

In mijn tijd in India werden getallen over bevrijde kinderen verzonnen want India is hét land waar kinderarbeid in scene wordt gezet. Voorzitter Gerard Oonk van LIW weet dat. Net als bij Terre des Hommes vinden dergelijke persberichten gretig aftrek in de media waarin bedrijven onnodig in een kwaad daglicht worden geplaatst. Hopelijk ondernemen zij een keer de juiste stappen tegen deze onprofessionele en onvakkundige onderzoekrapporten. Ik ben bang dat het rapport van LIW niets meer is dan het uitschrijven van een theatervoorstelling. Een gemiste kans. Los van de schade aan de genoemde bedrijven in het rapport, zet LIW daarmee ook de denkideeën van een complete natie op het verkeerde been.

In de kern: The Dark Site of Granite betreft geen wetenschap waarbij waarheidsvinding centraal staat om hypotheses hard te maken en dientengevolge kan dit document de gradatie van een ‘scriptie’ niet ontstijgen. 

Drs. Hans R.J. Sluijter

Klik op foto voor een uitvergroting

Klik op foto voor een uitvergroting

REACTIE AAN NL-Aid VAN ÉÉN VAN DE BEDRIJVEN UIT HET RAPPORT VAN ‘THE DARK SITE OF GRANITE':

‘Vandaag kreeg ik weer een kleine update van onze plaatselijke contoleur in India. Hij moet nu per bezoek een rapport aan ons uitbrengen over zijn bevindingen. Hij was in een groeve van zwarte graniet (in het gebied waar LIW haar onderzoek heeft gedaan) en heeft helemaal niks verontrustends kunnen aantreffen. Daar waren alleen maar enorm zware en grote blokken, daar kunnen honderden mensenhanden, laat staan kinderhanden, helemaal niks mee beginnen (zie foto). Het frustrerende van de LIW vind ik dat ze ons niet willen zeggen in welke groeve die kinderarbeid of slechte werkomstandigheden dan wel zijn aangetroffen. We kunnen dus helemaal niks verifiëren maar worden wel (op basis van anonimiteit) keihard veroordeeld ! Dat is echt zwaar frustrerend….’

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>