Imaginair: de status van ontw.samenw. is eenduidig

Karimi‘Truth never damages a cause that is just’
Mohandas Karamchand Gandhi, Nonviolence in Peace and War

Op 24 augustus 2012 ageert Farah Karimi op de website van Oxfam Novib tegen het ontwerpprogramma van de VVD om voor €3 miljard te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Haar reactie heeft ze naar de VVD-fractie gestuurd, het bestuur en alle afdelingen van de VVD in het land. Karimi: ‘De kritiek van de VVD op ontwikkelingssamenwerking is onzin. De aantijgingen stroken niet met de realiteit. Zo zou ontwikkelingssamenwerking geen bijdrage leveren aan de economische, sociale of humanitaire situatie in ontwikkelingslanden. Dit is aantoonbaar onjuist.’[1] Haar motieven zet ze uiteen in het document ‘Niet Doorschuiven maar Aanpakken: VVD-argumentatie over ontwikkelingssamenwerking weerlegd’.

Ik citeer: ‘De veronderstelling dat een groot deel van ontwikkelingshulp terechtkomt bij corrupte regeringen, is onjuist. (…) Ook het argument van hulpverslaving wordt onterecht aangewend: Afrikaanse landen hebben bijvoorbeeld de afgelopen jaren hun belastinginkomsten verdubbeld. (…) Wie zegt dat ontwikkelingshulp geen resultaten heeft bereikt, is slecht geïnformeerd. Bijvoorbeeld, in vergelijking met 1990 is het percentage van mensen dat in ontwikkelingslanden in extreme armoede leeft gehalveerd van 52% naar 22%, ondanks het feit dat de wereldbevolking in die periode snel is gegroeid van 5,264 miljard naar 7 miljard in 2011.’ Ze staaft dit met internationale erkende bronnen, waaronder de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Uit het WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie, ontwikkelingshulp die verschil maakt’ citeert Karimi een zin van pagina 28: ‘De belastingopbrengsten in Afrika zijn de laatste zes jaar in absolute getallen verdubbeld, en in 2008 waren de belastingopbrengsten in Afrika voor het eerst in de geschiedenis hoger dan de omvang van de officiële hulp, een teken dat dit deel van de wereld voorzichtig bezig is om voor zichzelf te kunnen zorgen.’

Indien Karimi gelijk heeft, hoe is dan de verdeling van welvaart? Volgens The Guardian is in 2015 het aantal dollarmiljonairs in Afrika sinds 2000 verdubbeld naar 160.000, goed voor US$ 660 miljard. Het aantal mensen dat in Afrika moet leven van US$ 1,25 of minder per dag is toegenomen van 411,3 miljoen in 2010 naar 415,8 miljoen in 2011. In 2024 wordt een toename van het aantal miljonairs in Afrika verwacht van 45%, zo’n 234.000 mensen.[2] Dit bewijst het tegenovergestelde van wat Karimi beweert, want er gaat meer geld naar de rijken en minder naar de armen. De hulpafhankelijkheid is alleen maar groter geworden. Nog een understatement, deze keer ten aanzien van het aantal mensen dat moet leven van maximaal US$ 1,25 per dag. Karimi kijkt naar de jaartallen van de World Bank die haar het meest begunstigen, namelijk 1981 en 2008. The Guardian (toch een stuk onpartijdiger) vergelijkt de jaren 2010 met 2011 en komt uit op een andere waarheid. Dit bewijst dat je naar je eigen voordeel kunnen ‘shoppen’ in de wirwar van data, rapporten en onderzoeken. Dat doe ik en dat doet Karimi ook. Klaarblijkelijk is er geen neutrale waarheid en dat toont aan dat ontwikkelingssamenwerking niet eenduidig

Nog een bevestiging. 21 maart 2009, The Wall Street Journal. De krant beschrijft met ‘Why Foreign Aid Is Hurting Africa’ de littekens van Afrika. De laatste 60 jaar heeft Afrika US$ 1 biljoen aan hulp ontvangen, terwijl de Per Capita Income lager is dan voor 1970 en meer dan 50%, circa 350 miljoen mensen, leeft van minder dan een US-dollar per dag. Laatstgenoemde statistiek is in twee decennnia verdubbeld. De hulp blijkt tevens niet gratis, want het continent betaalt jaarlijks US$ 20 miljard aan schuldaflossingen. Afrika blijft het meest instabiele continent ter wereld, geteisterd door burgeroorlog en oorlog. Sinds 1996 zijn 11 landen verwikkeld in burgeroorlogen. Volgens het Stockholm International Peace Research Institute had Afrika in de jaren 90 meer oorlogen dan de rest van de wereld bij elkaar. Overigens schrijft de krant dit voornamelijk toe aan ontwikkelingshulp.[3]

Als derde valt op dat het westen vergeleken met Afrika rijker wordt, zodat het verschil groter wordt. Ik vergelijk het GDP per capita tussen 1970 en 2010. De 30 westerse Europese landen scoorden in 1970 GK$ 10.108[4] en in 2010 GK 20.889. Afrika scoorde in 1970 GK$ 1335 en in 2010 GK$ 2034. Het verschil in 1970 betreft GK$ 8773 en in 2010 GK$ 18.855. Een toename van de welvaartsverdeling van 215%.[5] Dit is heel andere

Volgens de Karimiredenatie mag ik deze uitkomst verbinden aan ontwikkelingshulp. Zij zou dan concluderen dat het overgrote gedeelte van de circa €100 miljard die wereldwijd jaarlijks tussen 1981 en 2010 voor ontwikkelingssamenwerking voor deze gebieden wordt begroot (totaal circa €2 biljoen), voor een afname in de armoede heeft gezorgd van 6 miljoen mensen.

In het vorige hoofdstuk beschrijf ik een aantal dwalingen. Ook binnen de statistiek zijn er dwalingen. Ik heb al beschreven dat politici en onderzoekers een getal of cijfer te snel als een bewijs aanvaarden, terwijl het dikwijls een bewering betreft, omdat de oorsprong van het getal veelal niet bestaat of verdwenen is. Maar de meest cruciale dwaling is dat men een statistische correlatie als een causaal verband ziet. Toevalligheden hebben niet direct een relatie met elkaar. De afname van armoede terwijl de wereldbevolking is gestegen (aldus Karimi) zegt helemaal niks over een correlatie met ontwikkelingshulp. Dit betreft een redenatiefout. Op internet zijn veel drogcausaliteiten te vinden bij significante correlaties. Hilarisch. Ik noem er drie. Er is een correlatie tussen de echtscheidingen in de Amerikaanse staat Maine en de consumptie van margarine per hoofd van de bevolking (i), de leeftijd van Miss America en moorden door middel van hete objecten (ii) en de verdrinkingen van mensen die uit een vissersboot vallen en het huwelijkscijfer in Kentucky (iii). Om meer balans in het geheel te krijgen illustreer ik een dwaling die lastiger te ontrafelen is. De hypothese betreft: indien de kinderen in het voortgezet onderwijs ontbijten, dan leidt dit tot betere cognitieve prestaties. Logisch toch? De stofwisseling komt op gang en dat zorgt voor een gezond lichaam en een gezonde geest. Je bent beter in staat om te leren. Is dat zo? Het kan best zijn dat de ouders van kinderen die ontbijten meer geld hebben en beter opgeleid zijn, waardoor in de thuissituatie meer nadruk op school gelegd wordt vergeleken bij ouders van kinderen die niet ontbijten. Indien de kinderen die niet ontbijten vaker te laat op school komen, dan kan dit een causale conclusie tussen niet ontbijten en slecht presteren verstevigen. Echter, kinderen die ontbijten zijn eerder wakker en komen daardoor minder vaak te laat. Dit leidt weer tot betere resultaten en gemotiveerdere leerlingen. Binnen de sociale wetenschap is er vaak niet één factor die leidt tot een causaliteit, maar een bundel van factoren die vaak niet makkelijk bloot te leggen en aan te wijzen zijn. Je moet ze stuk voor stuk volledig objectief bewijzen. Intuïtie kan mensen daarbij op een dwaalspoor zetten. In het geval van Karimi kan ik derhalve concluderen dat ze maar wat doet. In het document ‘Niet Doorschuiven maar Aanpakken: VVD-argumentatie over ontwikkelingssamenwerking weerlegd’ zegt Karimi: ‘Wie zegt dat ontwikkelingshulp geen resultaten heeft bereikt, is slecht geïnformeerd.’ Hiermee probeert ze te voorkomen dat er afwijkende waarheden zijn. Ze verandert een aangenomen causaliteit in een feitelijkheid. Als u en ik dit niet aanvaarden, dan zijn wij dom.

Het ‘shoppen’ in het mondiale statistiekaanbod blijkt niets meer dan subjectieve orderpicking. ‘De waarheid’ is principieel onzeker.

Daarnaast geven relatieve cijfers, in plaats van absolute cijfers, een vertekenend beeld. Een voorbeeld. Indien het aantal opgeloste misdrijven met 100% is gestegen dan lijkt dat veel, maar het kan betekenen dat dit jaar 10 misdrijven zijn opgelost tegen 5 misdrijven vorig jaar. Dit is nog steeds ontzettend weinig. Karimi werkt helaas met relatieve getallen zodat de getallen beter uitkomen om haar gewenste effect te benadrukken. Mijn vraag is: kan het zijn dat, juist door de toename van de wereldbevolking, het armoedepercentage is gezakt terwijl de armoede in absolute zin is gestegen? Interessant. De wereldwijde daling van armoede, waar Karimi over schrijft, blijkt met name te danken aan de cijfers in China, waar een afname te constateren is van 835 naar 156 miljoen tussen 1981 en 2010. Volgens de World Bank is de armoede in Sub-Sahara Afrika tussen 1981 en 2010 verdubbeld, te weten van 205 naar 414 miljoen (verschil 209 miljoen). Een triest contrast. Er is tussen deze jaren wel een afname te zien in Latijns-Amerika (van 43 naar 32 miljoen, verschil 11 miljoen), Oost-Azië & Pacific zonder China (van 261 naar 90 miljoen, verschil 171 miljoen) en in Zuid-Azië zonder India (van 140 naar 107 miljoen, verschil 33 miljoen). Bij elkaar opgeteld is deze afname 11 plus 171 plus 33 miljoen is 215 miljoen. Dit lijkt goed. Welk getal blijft over indien ik alles met elkaar verreken? In de ontwikkelingscontinenten Sub-Sahara Afrika, Latijns-Amerika, Oost-Azië & Pacific zonder China en Zuid-Azië zonder India is een afname te constateren van 6 miljoen mensen (2015 – 209 = 6). [6] Volgens de Karimi-redenatie mag ik deze uitkomst verbinden aan ontwikkelingshulp. Zij zou dan concluderen dat het overgrote gedeelte van de circa €100 miljard die wereldwijd jaarlijks tussen 1981 en 2010 voor ontwikkelingssamenwerking voor deze gebieden werd begroot (totaal circa € 2 biljoen), voor een afname van de armoede heeft gezorgd van 6 miljoen mensen. India staat voor een afname van nog eens 29 miljoen extra, China voor 679 miljoen. Met deze twee landen erbij kom je uit op een totale afname van 714 miljoen. Echter, de lage-inkomenslanden (beter bekend als LIC’s, Low Income Countries) herbergen de grootste groep extreme armoede, te weten 29% van de wereld in 2010 tegen 13% in 1981.[7] Volgens de Karimi-redenatie mag ik deze toename wederom verbinden aan ontwikkelingshulp. U ziet, je kuname van ij kom je uit op worden dan mag u k niemand getroffen die alleen maart met getallen zowel iets positief als negatief

Ik ben toch benieuwd hoe Karimi met dergelijke tegengestelde berichten een waterpas maakt. En wat zegt mijn Karimi-steekproef over beweringen van (inter)nationale politici en andere stafmedewerkers van westerse ngo’s en multilaterale organisaties? Wat zegt dit over de daadwerkelijke status van ontwikkelingssamenwerking? Het ‘shoppen’ in het mondiale statistiekaanbod blijkt niets meer dan subjectieve orderpicking. ‘De waarheid’ is principieel onzeker.

Resumerend

  • Er zijn geen eenduidige statistieken over de status van ontwikkelingssamenwerking, waardoor elke denkbare waarheid aan te tonen is met statistieken van erkende internationale instellingen en organen.

Dit artikel is onderdeel van het boek Waarheidsvinding en Ontwikkelingssamenwerking

[1] Oxfam Novib, http://www.oxfamnovib.nl/vvd-kritiek-op-hulp-is-onzin.html

[2] Ami Sedghi and Mark Anderson, Africa wealth report 2015: rich get richer even as poverty and inequality deepen, The Guardian, 31 juli 2015.

[3] Dambisa Moyo, Why Foreign Aid Is Hurting Africa, The Wall Street Journal, 21 maart 2009

[4] GK$ betreft de Geary Khamis Dollar. Het is een benchmark van de koopkracht van de Amerikaanse dollar op een bepaald punt in de tijd. 1990 en 2000 worden vaak als ijkpunt genomen.

[5] GDP per capita (1990 Int. GK$). Bron: Maddison Project

[6] The World Bank, State Of The Poor, p. 2, http://www.worldbank.org/content/dam/Worldbank/document/State_of_the_poor_paper_April17.pdf.

[7] Pedro Olinto, Kathleen Beegle, Carlos Sobrado, and Hiroki Uematsu, The State of the Poor: Where Are The Poor, Where Is Extreme Poverty Harder to End, and What Is the Current Profile of the World’s Poor?, The World Bank Economic Premise, October 2013

 

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>