Geen verantwoording door verantwoordelijken

Old School on 22 Dec , 2010
Maxime Verhagen

Maxime Verhagen

In navolging van mijn bevindingen in Ontwikkelingsorganisaties leveren geen bewijzen, heb ik naar het Minbuza, de IOB en de EU e-mails geschreven. Uiteindelijk kreeg ik van iedereen een reactie, hetgeen ik graag voor u uiteen zet. Er ontstaat een desolaat gezicht van ontwikkelingssamenwerking.

Minbuza
Ten eerste heb ik de betreffende opinie en onderzoek op 27 februari 2010 gestuurd naar demissionair Minister Verhagen, Minister voor Buitenlandse Zaken en Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, en mevrouw Laetitia van Asch van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB), met de volgende boodschap:

***

“Geachte mijnheer Verhagen,

Zoals u weet trek ik mij het lot van de sector ‘Nederlandse ontwikkelingssamenwerking’ en met name de effectiviteit enorm aan. Ik ben niet zozeer tegen ontwikkelingssamenwerking, ik vind wel dat ambtenaren meer verantwoord met belastinggelden moeten omgaan. Op mijn manier kom ik op voor de belastingbetalers die geen weet hebben over de processen binnen de sector. Derhalve ben ik namens Updaid (voorloper NL-Aid) een onderzoek gestart naar 9 Nederlandse en 1 Belgische hulporganisaties. En zeker niet de minste. Het doel was om te achterhalen of ik als burger toegang kreeg tot bewijslast over output. Kortom; komt mijn geld als belastingbetaler terecht? In de bijlage kunt u mijn bevindingen lezen. De resultaten zijn ronduit stuitend. Geen van de organisaties kon mij enig bewijs leveren over wat ze met mijn geld gedaan hebben. Slechts één kon redelijkerwijs een prestatie tonen. Ik vrees nu dat mijn geld, en die van 16 miljoen anderen, verspild zijn. Wellicht kunt u mij inzicht verschaffen in de manier van handelen van uw beleidsvoerders waar u verantwoordelijk voor bent. Hoe komt het dat uw sector geen bewijslast levert aan burgers?”

***

Op 23 april 2010 kreeg ik de volgende e-mail:

***

“Geachte heer Sluijter,

Ik heb kennisgenomen van uw e-mailbericht van zaterdag 27 februari jl., waarin u aangeeft een vragenlijst te hebben voorgelegd aan negen Nederlandse en een Belgische non-gouvernementele organisaties actief op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Ik heb tevens kennisgenomen van uw artikel op uw website updaid.nl (voorloper NL-Aid) van 3 maart 2010.

U vraagt minister Verhagen om in te gaan op de resultaten van uw rondgang langs deze organisaties. Ik kan u aangeven dat dit niet op de weg ligt van de minister om daarop in te gaan. De organisaties zelf zijn voor u aanspreekpunt.

Indien u belangstelling hebt voor resultaten in ontwikkeling dan kan ik u verwijzen naar de Resultaten Rapportage 2007-2008 zoals die is aangeboden aan de Tweede Kamer in april 2009 door toenmalig minister Bert Koenders. U vindt de resultatenrapportage via de volgende link: http://www.minbuza.nl/nl/Onderwerpen/Ontwikkelingsbeleid/Resultaten

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Met vriendelijke groet,

Sheila Karwal
Hoofd Internationale Samenwerking
Directie Voorlichting en Communicatie”

***

Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie
Ik vind het antwoord ronduit stuitend. Ik word verwezen naar de betreffende organisaties uit het onderzoek maar het zijn juist die organisaties die mij (als mystery guest) geen antwoord hebben gegeven. Op de website van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) staat de volgende passages die ik met u deel.

‘De Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de kennis over de uitvoering en effecten van het Nederlands buitenlands beleid. IOB voorziet in de behoefte aan onafhankelijke evaluatie van beleid en uitvoering ten aanzien van alle beleidsterreinen die vallen binnen de homogene groep buitenlanduitgaven (HGIS).’

Op de website wordt voorts verwezen naar het document ‘Evaluatiebeleid en richtlijnen voor evaluaties’. Daarin staan meerdere interessante passage.

Inleiding, pagina 5
Een steeds kritischer buitenwereld vraagt om helder inzicht in de resultaten van het Nederlandse buitenlands beleid. (…) Willen evaluaties hieraan kunnen bijdragen, dan moeten zij onafhankelijk, openbaar, zichtbaar en toegankelijk zijn. (…) Door publicatie van deze richtlijnen biedt IOB transparantie aan derden: aan de collega’s op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Parlement, de geïnteresseerde burger, aan organisaties en instellingen die met evaluaties van IOB te maken krijgen, en aan de gebruikers van evaluatieresultaten.

4.1: Wat is Evaluatie, pagina 15
Er bestaat een grote verscheidenheid aan definities van het begrip evaluatie. In het kader van de OESO/DAC is in de loop van de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw gewerkt aan een gemeenschappelijk begrippenkader voor de evaluatiepraktijk op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. De daarin opgenomen definitie van het begrip evaluatie is voor IOB leidend.

“An evaluation is an assessment, as systematic and objective as possible, of an on-going or completed project, programme or policy, its design, implementation and results The aim is to determine the relevance and fulfilment of objectives, developmental efficiency, effectiveness, impact and sustainability. An evaluation should provide information that is credible and useful, enabling the incorporation of lessons learned into the decision making process of both recipients and donors.”

4.3.1: Doelmatigheid, pagina 17
Doelmatigheid of efficiëntie verwijst naar de mate waarin de behaalde directe resultaten van een activiteit, de output, opwegen tegen de kosten van de gekozen middelen, de input, en de manier waarop zij zijn ingezet. Het begrip geeft dus een verhouding weer en het verwijst naar een resultaatniveau dat de uitvoerder kan controleren. In de beoordeling van doelmatigheid wordt zowel de kwantiteit als de kwaliteit van inputs en outputs beoordeeld.

4.3.2: Doeltreffendheid, pagina 18
Doeltreffendheid of effectiviteit betreft de mate waarin de directe resultaten van de ontplooide activiteiten, de output, bijdragen aan de (duurzame) realisatie van de beleidsdoelstelling(en), dat wil zeggen de outcome.(…) Een activiteit wordt als doeltreffend omschreven indien de geleverde outputs een aantoonbare bijdrage hebben geleverd aan de verwezenlijking van de met de activiteit beoogde doelstellingen.

Dit is slechts zomaar een greep uit het document. Hoe verhouden de bovenstaande passages met de e-mail die ik via een secondant van minister Verhagen kreeg?: ‘U vraagt minister Verhagen om in te gaan op de resultaten van uw rondgang langs deze organisaties. Ik kan u aangeven dat dit niet op de weg ligt van de minister om daarop in te gaan.’ Het is mij al eerder opgevallen dat de IOB geen daadwerkelijke interesse heeft in outputonderzoek van Nederlandse organisaties. De IOB heeft als getuige bij het gesprek gezeten tussen mij en NOVIB, maar toen het er op aan moest komen kwam de IOB niet verder dan dat het een zaak betrof tussen mij en NOVIB. Het is een slappe instelling om burgers die meer dan aannemelijke argumenten op tafel leggen, met dergelijke e-mails af te schepen. Dan maak je jezelf niet meer geloofwaardig en verlies je in mijn ogen je legitimiteit. Ik geloof in de woorden ‘walk the talk’, iets dat ik van de IOB totaal niet kan zeggen. Als de verantwoordelijken geen verantwoording kunnen of willen afleggen, dan is er niets. Dan besta je slechts op papier.

Ik heb ook gekeken naar de resultatenrapportage waar in de e-mail naar verwezen wordt. Het betreft een fraai overzicht met data, maar het betreft niets meer dan een zoethouder omdat deze niet ingaat op mijn vraag. Ze zeggen ermee ‘kijk eens, we hebben resultaten’, zonder overigens aan te tonen waar de betreffende data vandaan komt. Maar daar ging het mij niet om. Het ging er mij om dat niet het IOB maar dat hulpgevende organisaties geen panklare outputcijfers kunnen presenteren, dat er geen transparantie is en dat iedereen er maar omheen draait zonder concrete en eenduidige antwoorden.

De Europese Unie
Ik heb vervolgens mijn onderzoek, zoals ik dat ook gedaan heb bij de negen Nederlandse en één Belgische NGO, in de tussentijd op dezelfde manier uitgevoerd bij de EU, de Europese Investeringsbank en het Europese Ontwikkelingsfonds. In Directorate-General EuropeAid bestaat er een Unit ‘evaluatie’ die de besteding van de gelden controleert. Ik heb hen precies dezelfde vragen gestuurd als in mijn onderzoek ‘Ontwikkelingsorganisaties leveren geen bewijzen’.

De volgende passages tref ik op de website van de EU:
‘De Europese Unie is de grootste donor van ontwikkelingsgelden ter wereld. Samen met de lidstaten geeft de Europese Unie 60 procent van alle officiële internationale hulpverlening. De Europese Commissie heeft in 2008 12 miljard euro bijgedragen.’

‘Voor veel projecten in ontwikkelingslanden kunnen organisaties goedkope leningen sluiten bij de Europese Investeringsbank.’

‘De EU-lidstaten storten elk een bijdrage in het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), waarmee de ontwikkelingsactiviteiten gefinancierd kunnen worden. Het budget voor de periode 2008-2013 is 22,6 miljard euro.’

Ik wil u niet vermoeien met de inhoud van de e-mails van deze logge instellingen, gewoonweg omdat ze totaal geen direct antwoord op vragen geven. In sobere en bureaucratische antwoorden word ik door alle instanties doorverwezen naar, in het totaal, een twintigtal websites die vol staan met rapportage en verwijzingen met links. Als ik steekproefsgewijs enkele van hen open, lees ik interessante documenten maar niet voor dit onderzoek. Het betreffen eindrapportages en ik heb alleen interesse hoe bewijzen tot stand zijn gekomen.

Hieronder treft u twaalf van de twintig websites met de domeinen die de instanties er zelf aan hebben gegeven. Een achttal sites zijn het noemen niet eens waard.

Budget en procedures:
1. http://ec.europa.eu/budget/index_en.htm

Mandaat en audit:
2. http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/semeta/about/mandate/index_en.htm
3. http://ec.europa.eu/dgs/internal_audit/Mission/mission_en.htm
4. http://www.eib.org/infocentre/faq/index.htm#in-which-countries-is-the-eib-active

Informatie over hoe de Europese Commissie verantwoording aflegt:
5. http://ec.europa.eu/europeaid/how/accountability/index_en.htm

Evaluatierapporten:
6. http://ec.europa.eu/europeaid/how/evaluation/evaluation_reports/reports_by_year_en.htm

Impact en EU-beleid:
7. http://ec.europa.eu/europeaid/how/evaluation/index_en.htm

Output en resultaten:
8. http://ec.europa.eu/europeaid/index_en.htm
9. http://www.eib.org/infocentre/publications/-/-/ex-post-evaluations/index.htm

Partners:
10. http://ec.europa.eu/europeaid/who/partners/civil-society/index_en.htm

Rapporten van de Europese Rekenkamer op het gebied van het Europees ontwikkelingsbeleid:
11. http://eca.europa.eu/portal/page/portal/publications/auditreportsandopinions/completelistsofreports?mo=containsany&ms=&p_action=SUBMIT&pg=&fi=-1&fs=&pu=0&l=&ci=&pi=7302%2C0&rt=items&ii=49717%2C0&st=Advanced&saa=ALL

Boekhouding:
12. http://www.eib.org/projects/publications/investment-facility-annual-report-2008.htm

Ze kwakken alles op een grote berg onder het mom: daar ergens staan vast enkele zinsneden die bij uw vragen horen. Ze kunnen op deze manier altijd zeggen: ‘ja maar wij hebben naar die link verwezen en daar staat op bladzijde 179 de woorden xxx en waarmee wij precies bedoelen zoals wij dat van tevoren hebben beoogd, namelijk….blablabla.’ Om u een idee te geven in welke zinnen de ambtenaren mij mailen citeer ik de volgende paragraaf:

‘Als een bank, in ontwikkelingssamenwerkingtermen, een ontwikkelingsfinancieringsbank en geen ontwikkelingshulpinstantie, hecht de bank sterk aan een grondige projectstudie vóóraf http://www.eib.org/projects/cycle/appraisal/index.htm en http://www.eib.org/projects/cycle/index.htm?lang=-en, een begeleiding bij de implementatie, een sterke ‘monitoring’ http://www.eib.org/projects/cycle/monitoring/index.htm en een onafhankelijke projectevaluatie (zie bijv. http://www.eib.org/projects/publications/operations-evaluation-terms-of-reference.htm).’

Vervolgens moet je elke link helemaal uitvlechten. Zulke zinnen vind ik echt ongelooflijk.

Nog een opvallende zin:
‘Onder geen van deze hoofddoelstellingen van beleid heeft de bank vooraf kwantitatieve doelstellingen waarvoor vooraf gelden gereserveerd of zelfs overgemaakt worden. De EIB financiert projecten daar waar deze ondernomen worden en herfinanciert zich nagenoeg geheel op de kapitaalmarkten http://www.eib.org/infocentre/faq/index.htm#how-does-the-eib-fund-its-lending en http://www.eib.org/investor_relations/disclaimer.htm.’

Vind u het ook opvallend dat de European Investment Bank niet kijkt naar kwantitatieve doelstellingen? Maar bovenal: begrijpt u de zinnen? Ik heb het keer op keer gelezen, maar ik heb geen idee, zeker als ik de links erbij neem, wat er nu precies gezegd en bedoeld wordt.

Conclusie
Europees gezien sta ik nog aan het begin van een onderzoek op transparantie en effectiviteit. Nationaal meen ik aangetoond te hebben dat verantwoordelijke instellingen de signalen vanuit de samenleving liever negeren dan aan te pakken. Ik heb minister Verhagen en eerder minister Koenders geschreven over deze zaken. Er kwamen geen eenduidige antwoorden. Ik houd hen en de IOB verantwoordelijk. Ik had het graag anders gezien.

Bezinning
Voor de goede orde: ‘verantwoordelijkheid’ betekent rekenschap afleggen. Het begrip is verwant aan ‘aansprakelijkheid’ en ‘schuld’. In deze zaak kunnen we drie partijen als verantwoordelijken zien: (i) de bron, namelijk de tien NGO’s uit het onderzoek, (ii) de politici en ambtenaren die hier hiërarchisch boven staan of (iii) ikzelf. Feit is dat als één van deze drie actoren vragen stelt, de andere zich niet hiervan kunnen onttrekken door naar elkaar te wijzen. Iedereen heeft een eigen proactieve keuze. De zaken in de wereld zijn waarneembaar. Soms moet je er weer even op gewezen worden omdat het je aandacht verliest. Binnen veilige muren van regelgeving kun je keuzes maken. Als iemand in een brandende schuur zit, kun je een keuze maken om de persoon te redden. Als je daar net staat te kijken met je twee kleine kinderen, dan maak je een andere keuze dan als je alleen bent en bij de brandweer werkt. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid zijn dan verschillend, terwijl beide mensen naar dezelfde brand kijken. Het wordt nog anders als iemand de twee personen aanspreekt en zegt: ‘heey, jij werkt toch als brandweerman?’ Als de persoon dan zegt: ‘Ja, maar ik ben alleen bevoegd voor chemische rampen’, dan zullen wij het antwoord niet pruimen. Actoren maken keuzes waar ze zelf verantwoording voor dragen. In dit verhaal kan het Minbuza, de ministers en de IOB nimmer zeggen dat ze niets geweten hebben over de non-outputcultuur van NGO’s en MFO’s. Ze kunnen nooit zeggen dat ze zich niet verantwoordelijk voelen. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen proactieve kaders die verder reiken dan de wettelijke regelgevingen. Hopelijk beseffen betrokken partijen dat ze niet verantwoordelijk zijn voor mijn bevindingen uit het onderzoek. Wel voor hun eigen keuzes daarin. Vanaf het moment dat ik hen vragen daarover gesteld heb, waren ze onherroepelijk onderdeel van deze case. Daaruit is geen ontsnapping mogelijk. Als actor in deze case zijn ze in de definitie verantwoordelijk voor eigen zetten waarover rekenschap afgelegd dient te worden. Tegenover mij hebben partijen daar geen zin in. Hopelijk komen ook daar ooit vragen over.

Om met een mooie zin te eindigen heb ik voor alle betrokkenen een koekje van eigen deeg geformuleerd:

Minbuza heeft faciliteren, zie http://www.minbzk.nl/organisatie/kennismanagement als onderdeel in kennisontwikkeling, zie document http://www.minbzk.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/104154/investereninlegitimiteit.strategischekennisagendavanbzk-2010-2015.pdf en document http://www.minbzk.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/104156/onderzoeksprogramma2010.pdf , ook wel investeren in legitimiteit. Actuele ontwikkelingen zoals maatschappelijke onvrede worden daarin genoemd. Maar ook http://www.minbzk.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/104114/rapportbetrokkenburgersbewogenbestuur.pdf geeft met ‘betrokken burgers bewogen bestuur’ een inkijk in de duidelijk rolopvatting van Minbuza. Nu de praktijk nog.

***

“The key ingredient in learning the truth is to ask the right questions.”
“You can’t solve a problem until you can measure it.”
Daniel Patrick Moynihan, U.S. Senator from New York State. Excerpt from Tim Russert, “Big Russ and Me,” Miramax Books, New York, 2004, page 266.

“I keep six honest serving men
(They taught me all I knew);
Their names are What and Why and When
And How and Where and Who.”
Rudyard Kipling (1865 – 1936), British writer, in The Elephant’s Child in “Just So Stories,” 1902

“Every truth has two sides. It is well to look at both sides before we commit ourselves to either side.”
Aesop, Greek author of Aesop’s Fables, 620 B.C. – 560 B.C.

“Rather fail with honor than succeed by fraud.”
Sophocles, Greek poet, 496 B.C. – 406 B.C.

***

OLD SCHOOL

Dit artikel is ‘old school’ en is gepubliceerd tussen 2008 en 2010 via de oude site van NL-Aid of Updaid (de voorloper van NL-Aid).

AUTHOR: Drs. H.R.J. Sluijter
URL: www.NL-Aid.org
E-MAIL: info [at] www.NL-Aid.org