Abraça-me (Omhels me dan); Ter nagedachtenis aan Eef
Posted on | februari 22, 2010 | 2 Comments
Niet alle opinies zijn opgenomen in het digitale boek ‘ontwikkelingssamenwerking ontwikkelt geen samenwerking’. Sommige van hen vinden via NL-Aid weer een weg, met de oude publicatiedatum van Updaid.
‘Daklozen zijn verslaafde bedelaars. Verslaafden hebben zelf voor hun situatie gekozen. Bedelaars moeten gewoon aan het werk.’
Mijn vriend Daan van der Brugge werkt met daklozen. Tien jaar geleden nam hij mij mee naar de rand van de binnenstad van Nijmegen. ‘Zo, nu gaan we naar de andere kant van de stad lopen. Jij telt alle daklozen en ik ook’. Daar gingen we. De route maakte een soort van s-krul langs alle drukke winkelstraten. Aan het einde wisselde we de stand van zaken uit.
‘6’, zei ik.
‘Zo, weet je dat zeker?’
‘Ja’, zei ik wijs.
‘Ik telde er 18’.
’18?’
‘Ja, herinner je bij die supermarkt die ietwat oudere man in stropdas?’
‘Ja, die nette man.’
‘Dakloos.’
‘Dakloos?’
‘Hij is doctorandus en hij had een bedrijf met 50 werknemers. Na verloop van tijd raakte hij failliet, moest hij zijn woning en inboedel verkopen waardoor zijn vrouw met zijn twee kinderen bij hem weg liepen. Curators pakken de komende jaren alles van hem af wat hij bezit. En hij is verwikkeld in een rechtszaak met zijn vrouw.’
Handycam
Het verhaal begint bij de gemeente Nijmegen. Daan moet burgermeester en wethouders informeren en adviseren over daklozen in de binnenstad. Hij spreekt over krottenvorming aan de rand van de stad, maar de ambtenaren geloven hem niet. De volgende dag koop hij een handycam en een jaar lang filmt hij de doelgroep nauwlettend. Hij filmt zelfgebouwde krotten, gegraven hutten, oude bunkers en mooie kronieken. Op zijn eenkamerwoning tussen alle rotzooi, monteert hij alles ruw achter elkaar. Vervolgens huurt hij een zaal voor 400 mensen, stuurt een mail naar alle ambtenaren en vertrekt naar Brazilië. Terwijl hij in Brazilië zit weet hij niet dat de zaal volzit met ambtenaren. Als zijn documentaire is afgelopen volgt een staande ovatie van tien minuten. Als hij terugkomt krijgt hij van de Provincie Gelderland een zak met geld met het verzoek of hij een echte documentaire wilt maken.
Tussen Goot en Geluk
Hij belde twee studievrienden op voor hulp. Jeroen Reijnders en mij. In 2006 werd Tussen Goot en Geluk geboren en haalde op particulier initiatief tien bioscopen. In deze docufilm interviewde vijf ex-daklozen en ex-verslaafden elkaar over de verwerking in hun leven.
Abraça-Me
In de prille zomer van 2007 gingen we Daan, Jeroen en ik op bezoek bij ex-gedetineerde Ron. Ron opperde het idee om een speelfilm te maken. Tweeënhalf jaar later zag de speelfilm met de titel Abraça-me (Omhels me dan) het licht tijdens de première in de stadsschouwburg te Nijmegen (zie trailer). De cast en crew bestond, ondersteund door mensen met een maatschappelijk beroep, uit een mix van Nijmeegse en Arnhemse (ex)dak- en thuislozen, (ex)verslaafden, (zwerf)jongeren en (ex)psychiatrisch patiënten. Deze doelgroep hielden de camera vast, schreven mee aan het script en participeerden in de organisatie en productie. Het verhaal van de film, een psychologisch drama, gaat over Pieter die van rijke komaf is en op zoek is naar zingeving in het leven. Door zijn dominante vader loopt hij van huis weg en via de daklozenscène komt hij terecht in een favela in Olinda, vlakbij Recife in het noordoosten van Brazilië. Daan heeft nauwe banden opgebouwd met organisatie Bagulhadores do Mió in Olinda dat educatieve projecten in de sloppenwijken en op het platteland opzet om de leefsituatie van de bevolking te verbeteren. Deze organisatie ondersteunde ons met de organisatie en zette hele stukken van de favela af voor de opnames. Alle Braziliaanse acteurs zijn bewoners uit dezelfde favela. Met de verkoop van kaartjes en DVD’s wordt Bagulhadores do Mió ondersteund. We willen met de film verschillende groepen en individuen in Nederland en Brazilië een spiegel voorhouden over de verschillende overlevingsstrategieën van mensen in moeilijke geestelijke en/of materiële omstandigheden. Ondanks de verschillende economische, politieke, sociale en historische achtergronden van mensen streven zij allemaal naar warmte en erkenning. Deze zoektocht kan zich richten op externe factoren, maar kan zich ook richten op intrinsieke waarden in jezelf. Jezelf kunnen omarmen en van daaruit ook de ander. In de warmte van een omhelzing wordt door iedereen de zin in het leven ervaren. Kortom: Abraça-me (Omhels me dan).
Filmschool
Intussen heeft Iriszorg, een organisatie voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang, een filmschool opgericht. Het doel hiervan is het organiseren van zingevende activiteiten waarmee (zelf)bewustzijn, levensmotivatie, vaardigheden en competenties vergroot worden.
Vijf portretten
Ik heb vijf jaar met mensen van de straat mogen werken. In iedere maatschappij tref je mensen die extra aandacht behoeven. In Tussen Goot en Geluk hebben we het rouwproces van vijf individuen gefilmd. Ron was verslaafd geboren, Rutger werd door zijn ouders genegeerd en was op school een pestkind, Nico ging met zijn bedrijf failliet en Dees werd door haar vader misbruikt en zocht toevlucht op een tippelzone. Het verhaal van Eef vond ik het indringendst.
Eef
Eef, geboren in 1939 te Nijmegen, was 6 maanden oud al slachtoffer van een vieze oorlog. Niet in de eerste plaats vanwege de Duitse inval, maar veeleer vanwege overheidsinstanties die hem als inruilfiche gebruikte. Negen broers en zussen worden in 1940 als wees overgebracht aan allerlei instellingen. Het hele scenario is geregisseerd door de rechtbank van Arnhem, de kinderpolitie en kinderbescherming Nijmegen. Eef’s oudste zus is dan 12 jaar oud en overhandigt Eef als baby van 6 maanden aan de nonnen van Simpelveld.
Na twee pleeggezinnen beland hij op 12-jarige leeftijd bij de fraters in Huize De La Salle te Boxtel, een regelrechte nachtmerrie. Eef: “Ik kon zélf douchen maar al snel wérd ik gewassen. Bij het wassen van mijn penis werd mij meegedeeld dat dit ding niet alleen voor het plassen bedoeld was”. Voor Eef er erg in had werd hij een seksslaaf van de fraters. Er vonden ’s nachts selecties plaats waarbij kinderen van bed werden gehaald. “Anale seks, 30 keer pijpen per nacht, dat soort dingen. Ik kreeg er een handvol snoep voor terug.” Er vonden sadistische praktijken plaats waarbij fraters uren met hun klompen op zijn knieën bleven staan. Soms werd hij uren in een hoek gezet waarbij hij een stoeptegel omhoog moest houden. Telkens wanneer de armen een centimeter van vermoeidheid zakte kreeg hij een slag in het gezicht.
In die vijf jaar in Boxtel heeft Eef regelmatig een proces-verbaal laten opmaken bij de politie maar hij werd onder het mom van een fantaserend kind in de handboeien geslagen en teruggebracht naar de fraters. Zelfs de kinderbescherming schoof zijn melding weg als opruiend gespuis. Eef viel tot aan zijn 21e onder een echtpaar van de kinderpolitie die zijn hele proces van plaatsingen begeleidde en ook zij deelde Eef mee dat hij niet zo over de fraters mocht praten. Na elke melding stuurde ze hem terug naar de ellende van verkrachtingen. Toch kon hij regelmatig ontsnappen. Maar omdat de fraters hem een opvallend verschijnsel hadden gegeven in zijn haardracht werd hij, wandelend langs de weg, steeds door politie aangehouden en teruggebracht. In al zijn kleren was namelijk het adres van de fraters ingenaaid.
In deze periode komt Eef erachter dat hij acht broers en zussen heeft. Zelfs zijn ouders blijken in leven en hij is helemaal geen wees. Eef: “de fraters en de kinderbescherming kende onze hele familie, maar wij werden gescheiden van elkaar gehouden en niets werd ons meegedeeld. Ik weet nog steeds niet waarom wij uit huis zijn gehaald. Een moeder die negen kinderen weggeeft; dat geloof je toch niet?” Op een gegeven moment, na een oneerbaar voorstel, sloegen de stoppen bij Eef door en molesteerde hij de desbetreffende frater waarna hij 4 jaar door moest brengen in een jeugdgevangenis. Eef: “ik mocht me niet verdedigen maar wel jarenlang aan zijn piemel trekken.” Op de leeftijd van 21 wordt hij op straat gezet en was hij een vrij man. “Ik wist niet eens wat vrij was. Sta ik daar op straat: wat moet ik doen? Waar moet ik heen lopen? Waar slaap ik? Wat eet ik? Wat is vrijheid?”
Eef heeft niet alleen tijdens de periode bij de fraters een proces-verbaal laten opmaken bij politie Boxtel, maar ook de laatste jaren bij politie Nijmegen. Daar heeft hij niets meer van vernomen. Regelmatig heeft hij de rechtbank uitgenodigd om uit te leggen waarom hij als baby uit huis is geplaatst en waarom er niets is gebeurd met al zijn meldingen bij politie en bij de kinderbescherming. En waarom hij nimmer de papieren mag inzien over zijn adoptie. De rechtbank Arnhem geeft niet thuis. Eef: “ik heb van justitie levenslang gekregen in mijn eenzaamheid.” En over de kinderbescherming: “dit is geen kinderbescherming. Ik had liever gehad dat ze mijn nageboorte hadden genomen en mij de heg in hadden gegooid.”
In december 2004 brengt Eef in Tilburg een bezoek aan Fraters CMM, de orde waar Huize De La Salle (dat inmiddels is afgebrand en is herbouwd) onder valt en heeft hij voor de Kerkelijke Rechtbank zijn verhaal mogen doen. Zij waren de zaak nagegaan en konden niets anders concluderen dat het misbruik inderdaad had plaatsgevonden. Maar de dienstdoende fraters van toen zijn allemaal dood. En daar bleef het bij. Geen kerstkaart, geen uitnodiging op een debat, geen verklaring waarom zijn broers en zussen voor hem verzwegen zijn, geen openbaar excuus voor alle misbruikte kinderen.
Favela
Voor een goede film over de jeugdbendes in de favela’s kan ik u de film Cidade de Deus (City of God) aanraden. Jeugdbendes regeren in de straten en huizen. Het lijkt in eerste instantie dat je niets voor hen kunt betekenen. Maar elke vorm van zingeving is daar welkom. In Nederland en Brazilië spreekt elk individu zijn eigen verhaal. Nederland telt circa 50.000 daklozen. Voor hen is de Nederlandse bureaucratie een favela. Dit kostte Eef zijn jeugd, zijn gezinsleven en zijn onschuld. De mensen van de straat: luister eens naar hun verhaal. Ook dat is ontwikkelingswerk. Het Europees Parlement schrijft op 15 februari 2010 op haar website:
“Bijna 80 miljoen Europeanen leven op de rand van de armoedegrens. Zij leiden een onzeker bestaan en moeten het stellen zonder de basisbehoeften die de meeste mensen als vanzelfsprekend ervaren. Extreme armoede betekent een ernstig gebrek aan basisbehoeften inclusief voedsel, veilig drinkwater, hygiënefaciliteiten, gezondheidszorg, onderdak, onderwijs en informatie. Er zijn ook mensen binnen de EU die onder extreme armoede lijden, voornamelijk de Roma.” (Bron: Europees Parlement)
Amnesty International schrijft in februari 2010 over Roma:
“In Tsjechië worden Roma-kinderen systematisch gediscrimineerd in het onderwijs. Roma-kinderen worden in Tsjechië stelselmatig in zogenaamde ‘praktische basisscholen’ geplaatst. Dit zijn eigenlijk scholen voor kinderen met een lichte mentale beperking.” (Bron: Amnesty)
Ontwikkelingswerk hoeft niet alleen in ontwikkelingslanden plaats te vinden.
Bij Eef in huis hing een krantenartikel met de titel: ‘Als God bestaat dan heeft de kerk het goed verpest’. Na de première krijgt Eef van de Fraters CMM een excuusbrief. Ze hebben incognito in de zaal gezeten. Voor Eef was hiermee de zaak rond. Nog geen jaar later overlijdt hij. Abraça-me zou hij niet meer meemaken, maar ik omhels hem wel.
‘Daklozen zijn verslaafde bedelaars. Verslaafden hebben zelf voor hun situatie gekozen. Bedelaars moeten gewoon aan het werk.’
- EINDE OPINIE -
Onderzoek
In 2006 heb ik nog voor de première en de excuusbrief van Fraters CMM namens Eef een onderzoek gedaan naar zijn dossier. De volgende resultaten kwamen daar uit:
Raad van Kinderbescherming Arnhem/Nijmegen:
Bij wet heeft de kinderbescherming het dossier van Eef in 1961 vernietigd. Meldingen van misbruik of motieven over het weghalen bij de ouders zijn niet meer te vinden.
Rechtbank Arnhem:
Een woordvoerder van de kinderrechter deelt ons mee dat alle documenten over alle personen van voor 1945 tijdens een bombardement volledig zijn vernietigd en dat er niets is overgebleven over wat voor een informatie dan ook.
Gelders Archief:
Het Gelders Archief verwonderd zich over deze reactie en schrijf: “door oorlogshandelingen is het archief deels verminkt, maar bij lange na niet geheel verloren gegaan!” Na een grondig onderzoek in de documenten ‘Ontzetting en Ontheffing’ 1904 tot en met 1979 vinden we geen sporen van de familie Van W. en het Gelders Archief concludeert dat óf de documenten vernietigd zijn óf dat er iets anders aan de hand moet zijn.
Politie Nijmegen:
Politie te Nijmegen vinden een dossierrecherche naar een enkele case in de jaren ’50 te omvangrijk (“dit zou een handmatig en dus zeer tijdrovend onderzoek vergen in duizenden gegevens en dit zou ten koste gaan van de primaire taak van de politie”). Volgens de Archiefwet mag ik daar zelf pas in spitten na 2027.
Fraters CMM Tilburg:
Zij verwijzen mij naar Huize De La Salle in Boxtel omdat ze geen dossiervorming over Eef hebben. Verder vinden ze dat elk dialoog over de ervaring bij de fraters in Boxtel een initiatief moet zijn vanuit Eef zelf.
Hondsberg De La Salle Boxtel:
Alle dossiers over de kinderen zijn vernietigd. Op de vraag waarom ze dossiers vernietigen, krijg ik het antwoord: “we kunnen niet aangeven waarom wij dit doen, gewoonweg omdat het niet bekend is waarom wij dit doen.”
Ministerie van Justitie, afdeling Adoptie:
Deze overheid geeft geen informatie en verwijzen ons naar een procedure met FIOM.
FIOM:
Zij staan mij hartelijk te woord maar delen mee dat er voor de adoptiewet van 1954 geen belang werd gezien in dossiervorming en het verhaal niet lijkt op een adoptiecase. Ze onderstrepen echter wel dat deze zaak meer dan ongewoon is en kunnen geen case herinneren of argumenten verzinnen waarbij 9 kinderen uit huis zijn geplaatst onder het mom van vermeende ‘weeskinderen’. Daarnaast is de hoofdtaak van FIOM om bloedverwanten op te sporen en niet, zoals bij Eef, zoeken naar motieven van handelen. Uiteindelijk vinden ze dan ook geen dossier in hun database.
Tot slot
Het valt op dat, op het FIOM en het Gelders Archief na, de instanties apathisch en met veel weerstand reageren. Met name de reactie van Hondsberg De La Salle Boxtel is ronduit onbegrijpelijk. Geen enkele instantie heeft de verantwoordelijkheid voor Eef opgepakt in de vorm van hulp of onderzoek. Alle officiële meldingen zijn genegeerd.
Een maand na deze publicatie komt seksueel misbruik van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland in het nieuws. De val van de kerk begint bij het Don Rua klooster in ’s-Heerenberg. RTL besteed aandacht aan Hondsberg De La Salle.
Geschreven door Drs. Hans R.J. Sluijter
Tags: Abraça-me > Amnesty > Bagulhadores do Mió > Brazilië > Cidade de Deus > City of God > Daan van der Brugge > daklozen > Eef > Europees Parlement > favela > filmschool > FIOM > Fraters CMM > Fraters CMM Tilburg > Gelders Archief > handycam > Hondsberg De La Salle > Huize De La Salle > Iriszorg > Jeroen Reijnders > Ministerie van Justitie > Olinda > Omhels me dan > Ontwikkelingshulp > Politie Nijmegen > Raad van Kinderbescherming Arnhem/Nijmegen > Rechtbank Arnhem > Recife > Roma > straatbendes > tussen goot en geluk
Comments
2 Responses to “Abraça-me (Omhels me dan); Ter nagedachtenis aan Eef”
Leave a Reply
december 25th, 2010 @ 09:59
boeiende site
december 25th, 2010 @ 10:58
7 jaar geleden was ik 5 jaar clean en toch vroeg ik mijzelf af “waarom” ik eigenlijk clean zou blijven aangezien het gemis aan heroine een grote leegte in mij bracht , ik was mijn bases kwijt …..
toen ik 6 jaar was deed ik met mijn tweelingbroer mijn communie in de kerk in Maarn
ik was opzoek naar mijzelf naar de onschuld in mij en besloot naar Maarn te gaan om te praten met de pastoor, helaas hing er een brief op de deur waarop stond dat de kerk was gesloten en dat in Driebergen wel iemand aanwezig zou zijn, dus reisde ik naar Driebergen.
ongeveer 200m van het station vond ik een schitterende oud kerkje en ik belde aan … na 2 minuten verscheen er een man van ongeveer 40 jaar in de deuropening die vroeg wat ik kwam doen.
ik vertelde hem dat ik honger en dorst had en opzoek naar mijzelf was achterin een kamer zag ik 12 a 14 jongeren zitten van de scouting.
na mij 2 minuten te hebben aangestaard opende hij de deur en liet mij in een klein kamertje wachten met de boodschap over uiterlijk 10 minuten zou komen halen en dat gebeurde ook.
ik was behoorlijk bezweet want het was erg warm die dag en de pastoor nam mij mee naar de keueken waar al een kopje koffie stond voor mij na 5 minuten stelde meneer pastoor voor dat ik eerst eens lekker in bad ging aangezien ik zo bezweet was en vertelde mij dat hij in die tussentijd een eitje zou bakken met brood plus verse koffie zetten en dat wij dan verder zouden praten….ik zit nog geen 2 minuten in bad of meneer paqstoor staat naakt in de badkamer ik keek hem aan en vroeg of hij dat niet een beetje veel betaald vond voor een kopje koffie en een gebakken eitje en hab mn spullen gepakt en ben vertrokken verdrietig en eigenlijk een beetje radeloos 1 week later heb ik de bisschop van Utrecht een brief geschreven en dit aan gekaart.
kort gezegd kreeg ik 1 week later een antwoord dat inhield “wilt u hier een slaatje uit slaan”
ik heb meneer de bisschop geantwoord dat ik geen financiële belangen heb dat ik echter wel en man ben die naar deze pastoor toe duidelijke grenzen aan kon geven , maar dat die jongetjes van de scouting dit niet kunnen en als deze meneer dat al bij mij probeert en misbruik wil maken van mijn emotionele toestand destijds , hij dit mijnsinziens ook zeker bij deze scouting jongetjes zal doen