Vorige week vrijdag, 3 oktober, werden de Nederlandse Dansdagen ingeluid met het Debat van de Nederlandse Dans. Tijdens dit evenement gaf Gabriele Klein, bijzonder hoogleraar ballet en dans (Hans van Manen-leerstoel) aan de Universiteit van Amsterdam, een belangrijke keynote speech. 

De provocerende vraag ‘Hoe kun je dans maken in een wereld die in brand staat?’, de titel van dit debat, is zowel verontrustend als dringend. We realiseren ons dat we in de komende twee uur geen compleet antwoord kunnen bieden. Het is mijn doel om in de komende tien minuten enkele suggesties aan te dragen voor de discussie die zal volgen. Ik zal dit doen aan de hand van zeven stellingen, die slechts een kort overzicht zullen bieden van de complexe vraagstelling.

1. De democratie staat in brand
Als socioloog brengt deze vraag mij bij de geleidelijke erosie van democratieën in het ‘Westen’, een fenomeen dat enkele jaren geleden nog ondenkbaar was. Aristoteles waarschuwde reeds dat ongelijkheid tot instabiliteit leidt en Plato stelde dat demagogen, hoewel vaak democratisch gekozen, de vrijheid van meningsuiting misbruiken om autocraten of dictators te worden. We hoeven echter niet terug te gaan naar de oudheid om voorbeelden van falende democratieën te vinden. De 20e eeuw biedt talrijke voorbeelden van democratieën die ontstonden en vervolgens weer ineenstortten, zoals de Weimarrepubliek, of huidige falende staten zoals Turkije en Hongarije. Ondanks een historisch optimisme voor vooruitgang, dat in de 19e eeuw gestoeld was op kolonialisme en imperialisme en in de late 20e eeuw op globalisering met steun van neoliberaal beleid, worden deze democratische ontwikkelingen enkele decennia later opnieuw betwist.

De Europese geschiedenis, zoals beschreven door Timothy Snyder, hoogleraar Oost-Europese geschiedenis aan Yale University, ’toont aan dat samenlevingen uiteenvallen, democratieën instorten en morele waarden verloren gaan’. Hoewel geschiedenis zich niet herhaalt en elke situatie uniek is, is het cruciaal om te begrijpen waarom democratieën falen en welke lessen we kunnen trekken uit de 20e eeuw. Hoe hebben kunstenaars en kunsten zich verhouden tot deze thematiek? Mijn eerste oproep is om de geschiedenis niet te vergeten.

LEES  Anne Breure Stapt in Politiek: Ambitie om Amsterdam te Veranderen!

2. Dans is politiek van het lichaam
De erosie van de democratie is nauw verbonden met het ontkennen van waarheden, het negeren van rede en onverschilligheid tegenover gerechtigheid. Politici die beweren ‘het volk’ een stem te geven terwijl ze slechts hun eigen aanhangers bedoelen, en die kritiek op democratisch bestuur gebruiken om hun politieke tegenstanders aan te vallen, zijn hier een voorbeeld van. We strijden momenteel niet om democratische beloften te verbeteren, maar om fundamentele democratische principes te behouden. En dit stelt de dans voor nieuwe uitdagingen.

Dans is vanwege zijn fysieke aard ambivalent. Het kan machtsverhoudingen versterken, zoals gezien in het hofballet van Lodewijk XIV, maar kan ook een vorm van rebellie zijn, zoals krumping, voguing of capoeira tonen. Dans ontsnapt aan controle zoals geen andere kunstvorm dat kan. Het is vluchtig, immaterieel, en biedt een niet-verbale vorm van verzet en protest. Dans is fysieke politiek. Wat betekent dit in een tijd waarin emotie en fysieke resonantie kenmerken zijn van autocratische politiek? Hoe kan dans hier tegenwicht aan bieden?

3. Dans is kinesthetische politiek
We moeten dans en politiek niet als twee gescheiden werelden zien, maar als verweven strategieën. Volgens filosoof Jacques Rancière zijn politiek en dans nauw met elkaar verbonden. Esthetiek is niet alleen een vorm van waarneming zoals Immanuel Kant dat zag, maar is juist verankerd in politieke praktijk. Dit verandert de sociale perceptie en geeft mensen een sociale en politieke ruimte om te manoeuvreren, wat leidt tot ‘kinesthetische politiek’. Maar hoe kan kinesthetische politiek bijdragen aan het tegengaan van de erosie van waarheid, rede en rechtvaardigheid?

4. Dans als protest en esthetisch verzet
Protesten worden hedendaags vaak georganiseerd via sociale media en vinden plaats in publieke ruimtes. Het lichaam dient hier als wapen. Voorbeelden van protesten waarbij dans werd gebruikt zijn One Billion Rising, de dansen van de Moeders van Plaza de Mayo in Buenos Aires, of voguing. Dans is echter meer dan alleen een middel voor protest. Het is esthetisch verzet. Esthetisch verzet kan de basis leggen voor maatschappelijke verandering door denken en handelen te stimuleren en ruimte te bieden voor alternatieve perspectieven. Het is een vorm van geweldloos verzet en richt zich op perceptie.

LEES  Ontdek de waarheid over Gerard Cox: Alles wat je dacht, kan nu weg!

Esthetisch verzet is een integraal onderdeel van dans zelf en niet iets van enkel de moderne tijd. Elke nieuwe dansbeweging was ook een vorm van esthetisch verzet tegen de voorgaande: van de ballethervormingen van Jean-Georges Noverre in de 18e eeuw, de radicale moderne dans in de vroege 20e eeuw, tot de postmoderne dans van de jaren zestig en het danstheater van de jaren zeventig. Wat is de esthetische weerstand in hedendaagse dans? Tegen wat? Voor wat? Waar gaat het naartoe? Is het danspodium een politieke arena geworden, of wordt het esthetische potentieel van dans voor verzet naar de achtergrond gedrongen door de ontwikkeling van performatieve formats?

5. Dans is een proeftuin voor nieuwe, democratische vormen van samenleven
Dansenrs hebben door de geschiedenis heen nieuwe vormen van leven en werken gecreëerd, zoals in Monte Verità of het Dalcroze Educational Centre in de vroege 20e eeuw. Dans is nauw verbonden met nieuwe werkvormen, collectieve maakpraktijken en de implementatie van democratische levenswijzen. Deze experimentele velden zijn politiek omdat ze de maatschappelijke verdeling van het waargenomene aanvallen, normen en conventies transformeren, en kritisch zijn ten aanzien van de ‘kinesthetische realiteit van de moderne tijd’. Zijn deze experimentele velden van democratisch samenleven in de kunsten voldoende in tijden van democratische erosie, of zijn ze juist de juiste strategie omdat ze alternatieve ervaringsruimtes tastbaar maken?

6. Dans moet zijn instellingen verdedigen en versterken, en lobby voeren
Dansers vinden het vaak moeilijk om instellingen op te zetten, te lobbyen en politieke invloed uit te oefenen. De relatief weinige dansinstellingen die bestaan – festivals, scholen, universiteiten, verenigingen, danshuizen – zijn vaak als eerste het slachtoffer van bezuinigingen. Vooral de middengroepen en zelfstandige makers hebben te maken met precaire arbeids- en leefomstandigheden. Dans lijkt in deze politieke ruimte te verdampen. Tegenmaatregelen zijn nodig: dans moet zijn instellingen verdedigen en krachtiger lobbyen. Politiek als concrete activiteit vereist het creëren van collectieve identiteiten – en daarom moeten deze ook via netwerken en instellingen worden gecreëerd.

LEES  Annelies Verbeke triomfeert: wint Toneelschrijfprijs 2025!

Hoe kan dans profiteren van zijn internationale netwerken? Hoe kan de nationale, lokale en regionale samenwerking worden versterkt? Hoe kan dans bijdragen aan een democratische cultuur in Europa?

7. Esthetisch verzet is vandaag de dag zeer belangrijk
In tijden waarin de wereld in brand staat, is het des te belangrijker om esthetisch verzet te plegen, om artistieke antwoorden te vinden die esthetisch realiseren wat ik zojuist heb geschetst. Dans is esthetisch verzet op, met en door het lichaam. Daarom is het belangrijk om zuinig te zijn op dans en ermee door te gaan.

Maar hoe zou dat eruit kunnen zien? Welke valkuilen moeten we vermijden? Voor mij zijn de valkuilen: ideologische beschuldigingen, slogans, ongefilterde consternatie en bevestigende, ondoordachte positionering. In de 20ste eeuw gingen dansopstanden altijd vooraf aan democratische openingen of gingen ermee gepaard. Momenteel komt de politieke opstand echter van extreemrechts en is deze gericht tégen de democratie. Misschien is het daarom onvermijdelijk en ook verstandig om in deze fase van onzekerheid en ontoereikendheid te leven en verschillende strategieën van esthetisch verzet uit te proberen. Welke strategieën zouden dat kunnen zijn?